, [], Whether the moral precepts of the Old Law justified man?
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], (Want [29]de hoorders der wet [30]zijn niet rechtvaardig voor God, maar [31]de daders der wet zullen [32]gerechtvaardigd worden; 29. Dat is, die de wet alleen weten en daarvan roemen. 30. Dat is, worden niet in Gods oordeel voor rechtvaardigen erkend, noch voor zulken verklaard; Ps.143:2; Matth.12:37; hfdst.8 vs.33. 31. Dat is, volbrengers der wet; Gal.3:10; Jak.2:10. 32. Namelijk door de wet, of naar de beloften der wet; hfdst.10 vs.5. Doch alzo niemand de wet volkomen onderhoudt, vanwege de verdorvenheid, die in den mens is, hfdst.8 vs.3; Gal.3:10, zo wordt niemand uit de wet of door zijne werken gerechtvaardigd, maar alleen door de gerechtigheid van Christus, door het geloof ons toegerekend; hfdst.3 vs.20,21,22.